ik gebruik 95% diafragma-voorkeuze (met de waarde die het licht toestaat) en de rest manual instelling.
Dit omdat je met diafragma voorkeuze weliswaar automatisch werkt, maar met de meest belangrijke parameter, het diafragma, altijd weet wat je aan het doen bent.
Alleen als ik beweging wil vastleggen dan is de sluitertijd leidend en zou ik eventueel voor sluitertijdvoorkeuze kunnen kiezen (maar kies ik dus manual, want dit zijn altijd maximaal gecontroleerde momenten).
De ISO-waarde die het licht toestaat. (ik ga, vanaf statief, liefst niet lager dan 1/80s en streef naar minstens 1/200s). Bij mijn camera (d70/d200) is iso200 aanzienlijk mooier dan iso400 of 800, maar liever een scherpe ruizige foto. Als het een dolle boel is (veel mooi licht, al een hele hoop goede foto's gemaakt, bij meerdere diafragma-waarden) dan probeer ik iso100 (d200).
verder...
als je tegen de lucht wilt fotograferen, kun je het beste van te voren kijken hoe een onderwerp in de lucht overkomt (achter op je schermpje), en daar je instellingen op vastzetten: manual je sluiter en je diafragma instellen (bij gegeven, zo laag mogelijke ISO-waarde). Voordeel is dat deze waarde redelijk gelijk blijft ongeacht de richting waarin je fotografeert (rond je hoofd vliegende vogels).
Als je je lichtmeter toch gebruikt, dan moet je je verplaatsen in wat dit ding meet: het licht op grootste deel van het beeldveld. Als dat lichter is dan de neutrale grijswaarde, dan moet je overbelichten om het onderwerp goed belicht te krijgen.
* Stel, een vogel is voor 5% in beeld, en de rest is een witte lucht. Dan meet de camera 95% lichte lucht en maakt daar grijs van. Je moet dan overbelichten om lucht en vogel goed weer te geven.
* Stel, de vogel is beeldvullend met circa 30% dekking van het beeld, dan meet de camera bijna de juiste waarde (als het geen meeuw of kauw is).
* Stel de vogel vliegt voor de zon langs of een sluierwolk, vergeet het dan maar. Het belichten van de zon is geen streven (en kijk uit voor je ogen).
Vuistregeltjes, ten opzichte van wat je lichtmeter aangeeft:
* normale redelijk blauwe lucht is 1 a 1,5 stop overbelichten.
* zeer donkere lucht normaal belichten, soms zelfs onderbelichten (zeker bij een klein vogeltje)
* helle lucht // sluier wolken: 2 tot 3 stops overbelichten.
* tegen de zon in (eventueel gesluierd) soms meer dan 5 stops overbelichten.
Wat je ook kunt proberen, als je camera het toestaat, is de spotmeter op de vogel gericht houden. Gaat goed met houtduiven. Als een kauw of een meeuw langsvliegt, dan had je dat vooraf moeten weten en hierop je belichting moeten corrigeren: meeuw is overbelichten, kauw is onderbelichten.
mooi licht gewenst