De belichtingsmeter meet de hoeveelheid licht die de camera binnenvalt via de lens, en past de belichting van de foto aan. Als je de camera op Av zet bijvoorbeeld, dan kies je zelf de diafragma-waarde, en afhankelijk van de hoeveelheid licht kiest de camera de bijpassende sluitertijd, hoe meer licht hoe korter de tijd. Zet je de camera op Tv, dan kies je zelf de sluitertijd, en de camera past het diafragma aan, hoe meer licht hoe groter de waarde. Gemiddeld gaat dit goed, maar als het onderwerp voor een lichte achtergrond zit, of bij tegenlicht, dan zitten er te veel lichte delen in het beeld en wordt de foto door de camera donkerder gemaakt om op de gemiddeld ´goede´ waarde te komen, en wordt je onderwerp dus te donker. Om dit te compenseren ga je overbelichten bij tegenlichtfoto´s en de meeste vluchtfoto´s.
Op mijn 20D doe ik dat door aan de draaischijf achterop de camera te draaien ( je kunt in het menu verschillende functies aan deze schijf toewijzen, maar belichting is volgens mij de standaardinstelling ). Draai de schijf naar rechts en je gaat overbelichten, naar links en je gaat onderbelichten. Je ziet de instelling ook veranderen onderin het zoekerbeeld en op het schermpje bovenop de camera. Je zult zien dat hierdoor de waarde van diafragma of sluitertijd ook veranderd, afhankelijk van het gekozen programma.
Begin bij vluchtfoto´s eens met een hele stap (is meestal drie streepjes) overbelichten, en bij vluchtfoto´s met tegenlicht twee stappen.
p.s. Op het schermpje achterop de camera kun je de belichting en de scherpte slecht beoordelen. Gewoon veel proefopnames maken, en thuis op de computer kun je precies zien wat de instellingen waren, en wat het resultaat is.
Succes,
Bart.
_________________
Canon eos 20D/40D, 300/4.0Lis, 500/4.0Lis, 1.4x en 2.0x extender II.