Naar aanleiding van een fotocursus en berichten / commentaren over de cropfactor in Birdpix ben ik op internet gaan neuzen hoe dat nu zit. Maar op internet vind je ook verschillende informatie.
Onderstaande is een samenvatting van hoe ik denk dat het uiteindelijk zit. Ik ontvang graag jullie commentaar daarop.
Met de komst van de digitale fotografie is de verwarrende cropfactor ons bestaan binnengeslopen. Hierdoor zijn, mijns inziens, twee misvattigen ontstaan.
1e misverstand: Cropfactor
Oorzaak is dat het oppervlak van het lichtgevoelige materiaal dat de afbeelding vastlegt veranderde.
De originele kleinbeeldfotografie werkte met een fotofilm, waarbij het de grootte van het negatief 36 mm. x 24 mm. (35 mm. film) is.
De grootte van de sensor in de Canon digitale SLR camera’s (Single-Lens Reflex) is 22,5 mm. x 15 mm.
Dit houdt in dat het oppervlak van de traditionele film ten opzichte van de Canon sensor 1,6x groter is. Dit wordt de cropfactor genoemd. Bij Nikon en Sony α is dit 1,5x.
Ergo: Je ziet op een Canon sensor maar 62,5% van het beeld dat je op een negatief van een kleinbeeldfilm zou zien.
De cropfactor geeft aan dat wat je met een 100 mm. lens op een Canon sensor zou zien net zo groot is als wat je met een 160 mm. lens op een (ouderwetse) kleinbeeldfilm.
Wijdverbreid misverstand is dat door de cropfactor een 100 mm. lens uit de kleinbeeldfilmtijd of een lens ontwikkeld voor een full frame sensor, een 160 mm. lens zou worden op een camera met een "kleine sensor". Het lijkt of er met een 160 mm. lens gefotografeerd is omdat het vastgelegde beeld veel kleiner is! (Er valt 37,5% rondom weg - de Canon "kleine sensor geeft maar 62,5% weer) Het onderwerp op zich wordt op beide foto's even groot afgebeeld.
Tegenwoordig worden in de duurdere camera’s full frame sensoren gebruikt. Deze hebben dezelfde oppervlakte als de “ouderwetse” kleinbeeldnegatieven. Hierbij vervalt de crop factor.
Voorgaande is te checken door een foto te maken met dezelfde lens op een camera met "kleine sensor" en een full frame camera.
2e Misverstand: Digitale en analoge lenzen.
Digitale lenzen zijn ontwikkeld specifiek voor digitale SLR camera’s met een "kleine" (GEEN full frame) sensoren. Doordat de sensor kleiner is dan het fotonegatief kan de lens kleiner / compacter gebouwd worden en deze is daardoor kleiner, lichter en goedkoper. Bij Canon zijn dit de EF-S lenzen, bij Nikon de DX lenzen en bij Sony de DT lenzen.
Het woord analoge lens mag eigenlijk niet meer gebruikt worden. Hiermee worden lenzen bedoeld die gebruikt kunnen worden op full frame sensor camera’s. Dit kunnen lenzen zijn uit het oude kleinbeeldnegatief tijdperk zijn of speciaal voor full frame sensor camera’s ontwikkelde lenzen. Bij Canon de EF lenzen, bij Nikon de FX lenzen en bij Sony hebben de lenzen geen specifieke aanduiding.
Full frame sensor lenzen kunnen op camera’s met kleine sensor gebruikt worden maar omgekeerd kan bij Canon niet. Bij Nikon kunnen DX lenzen wel op full frame sensor camera’s gebruikt worden maar de prijs die men betaald is verlies van resolutie.
Verwachting is dat in de toekomst meer en meer full frame sensoren ontwikkeld gaan worden zodat men zich goed moet afvragen of men lenzen die specifiek voor kleine sensoren ontworpen zijn moet aanschaffen, wetende dat lenzen veelal veel langer meegaan dan camera bodies.
Voordeel van het gebruik van lenzen, ontwikkeld voor full frame sensoren, op kleine sensor camera’s zou zijn dat slechts het middengebied van de lens wordt gebruikt. Dit is het scherpste deel van de lens met minste vervorming en kleurafwijkingen (chromatische aberratie).
_________________
Canon Bodies en lenzen