Witbalans.
Als wij onze omgeving waarnemen, corrigeren onze hersenen de kleuren die we zien op grond van ervaringen in het verleden. We weten dat sneeuw wit is. Zien we sneeuw tijdens zonsondergang dan zien we die nog steeds wit. Zien we de sneeuw bij blauwe lucht met een klein wolkje voor de Zon, dan zien we de sneeuw nog steeds wit. Een camera kan dit niet. De beeldsensor ziet alle kleuren zoals ze zijn. Sneeuw bij zonsondergang wordt geel, sneeuw met blauwe lucht wordt blauw. Als wij zo'n foto zien accepteren we dat niet en noemen het kleurzweem. Om het probleem van kleurzweem op te lossen kan je de software van de camera instructies geven om een bepaalde kleurzweem softwarematig te corrigeren. Dit is de witbalans.
De instelling van de witbalans van een digitale camera wordt weergegeven in bepaalde voorinstellingen: daglicht, bewolkt, schaduw enz. De eenheid waarmee de waarde van de witbalans kan worden weergegeven is graden Kelvin. Kelvin is een temperatuurschaal zoals Celcius of Fahrenheit. Graden Kelvin hebben dezelfde grootte als graden Celcius. Het verschil is dat Celcius onder nul kan en Kelvin niet. Kelvin begint bij het absolute natuurkundige nulpunt op -273° Celcius. 0° Celcius is dus 273° Kelvin.
Kelvin wordt gebruikt in de sterrenkunde om de temperaturen van nevels en sterren weer te geven. De temperatuur van een ster kan niet rechtstreeks worden gemeten. Men maakt een inschatting van de temperatuur aan de hand van de meting van de kleur van het licht. Een rode ster heeft een lage temperatuur, een blauwe ster heeft een hoge temperatuur. Hier komt de koppeling tussen kleur, temperatuur en de witbalans vandaan.
Om nu de witbalans in een camera in te stellen moet je de camera vertellen welke kleurtemperatuur wit moet zijn. Stel je een lage kleurtemperatuur in, bijvoorbeeld direct zonlicht (=5200° Kelvin), dan ziet de camera 5200° als wit. Alles hoger dan 5200° wordt blauw alles lager dan de ingestelde waarde wordt rood. Hoe verder het van de 5200° Kelvin afligt hoe blauwer of roder de kleur is. Stel je de camera in op schaduw (=8000° Kelvin), dan zal alles veel roder/geler worden. De 5200° van het vorige voorbeeld ligt namelijk ruim onder de 8000° en zal dus behoorlijk veel rood gaan bevatten.
Naast de standaard witbalans voor daglicht zitten er in de camera ook waarden die andere kleuren zoals groen of magenta bijmengen. Deze zijn voor special licht zoals TL-lampen, groenzweem onder een bladerdek enz.
Bij het instellen van de witbalans worden erg veel fouten gemaakt, waarschijnlijk omdat men niet precies weet wat het is. Vaak zijn foto's veel te geel omdat men warm licht zo mooi vindt. Omdat het hele witbalansverhaal eigelijk een rekenkundig trucje van de camera is; om de waarde van witte en grijze pixels te beïnvloeden, kan je het beste de witbalans op één vaste waarde zetten. Mits je fotografeert in RAW. Je kan dan zien hoe de camera het echte licht heeft gezien en dan achteraf de waarde van de witbalans eenvoudig aanpassen. In RAW geeft dit geen verliezen op de kwaliteit van het beeld.
.
_________________
Nikon, Gitzo
Last edited by Hendrik van Kampen on Sun 25 Oct 2009, 20:47; edited 1 time in total