http://www.turismo.navarra.es wrote: |
Ooievaars, ganzen, spreeuwen, futen, roerdompen, bruine kiekendieven, bijeneters, zwaluwen... honderden vogels zwermen door de Lagune van Pitillas en vormen een waar natuurlijke mozaïek, waarin u zich dankzij de kleuren, bewegingen en geluiden in een wereld van rustgevende sensaties waant.
Dit natuurgebied, gelegen op 60 kilometer van Pamplona en op 3 kilometer van Pitillas, in de Middenzone van Navarra, is, om u een idee te geven van de grote ecologische waarde ervan, Natuurreservaat, Beschermd vogelgebied en Wetland van Internationaal Belang. Via drie goed aangegeven routes kunt u dit natuurlijke stuwmeer met een oppervlak van 216 hectare zelf verkennen. Er is bovendien een uitkijkpost waar u beschikt over grafisch en audiovisueel materiaal om informatie in te winnen over de natuurlijke eigenschappen van de lagune. Dit is een uitstekende uitkijkplaats voor het observeren van de bewegingen van de vogels. Kom en ontdek de geheimen die in deze steppe-lagune verborgen liggen, de noordelijkste van het Iberisch Schiereiland en een van de gebieden met de grootste concentratie vogels. Aan de voet van de Sierra de Ujué, 3 kilometer ten zuidoosten van Pitillas, ligt temidden van een steppeachtig landschap, de Lagune van Pitillas, het grootste natuurlijke stuwmeer van Navarra, met een oppervlak van 216 hectare en een maximumdiepte van drie meter. De lagune is te zien vanaf een geasfalteerde weg en bereikbaar via een onverharde weg die u inslaat nadat u Pitillas heeft gepasseerd, op kilometerpunt 4. Het natuurreservaat is een toevluchtsoord voor een honderdtal vogelsoorten, bijna eenderde van alle soorten die in de autonome regio voorkomen. Daarmee is het natuurlijke stuwmeer van Navarra het op één na belangrijkste wat betreft diversiteit van nestvogels en de voornaamste doortrekplaats voor trekvogels. Hoewel de lagune een natuurlijke oorsprong heeft, is zij door de eeuwen heen door de mens gewijzigd. Van oudsher werd de lagune gebruikt om water voor irrigatie op te slaan en in de zestiende eeuw werd er een dam gebouwd. In de jaren zestig werd het meer drooggelegd, om het gebied te bestemmen voor de landbouw. Echter, vanwege de extreme droogte van het gebied en de zoute grond werd in 1976 besloten om de natuur haar gang te laten gaan. Het bassin, dat wordt voorzien van regenwater dat opgevangen wordt door de ravijnen die vanuit het Ujué-gebergte naar beneden lopen, wordt voor een groot gedeelte in beslag genomen door lisdodde en riet. Maar het natuurlijke belang is gelegen in de permanente aanwezigheid van vogelkolonies. Onder de wintergasten bevinden zich wilde eenden, krakeenden, smienten, slobeenden, tafeleenden, wintertalingen, meerkoeten, bruine en blauwe kiekendieven en ganzen. In de rietvelden nestelen, van maart tot juni, de blauwe reiger en purperreiger, de wilde eend, krakeend, meerkoet en bruine kiekendief. Maar de kolonie roerdompen, kievieten, steltkluten en grote karekieten is ook aanzienlijk. De fauna wordt aangevuld met amfibieën, reptielen en insecten waarmee de vogels zich voeden, maar ook komen er wezels, dassen, genetkatten, vossen en wilde zwijnen in het gebied voor. Het vogelobservatiepunt bevindt zich op een heuvel die over het stuwmeer uitkijkt. Door middel van informatiepanelen en grafisch en audiovisueel materiaal krijgt u inzicht in de natuurlijke kenmerken van de lagune. Bovendien zijn er verrekijkers en telescopen aanwezig, waarmee u de vogels kunt observeren, alsmede beschrijvingen die u helpen om de drie aangeduide routes te volgen. Langs de eerste, een kilometer lange route kunt u de vogels en vegetatie die kenmerkend zijn voor het wetland leren kennen. De tweede route, van vijf kilometer, loopt langs de ravijnen die de lagune van water voorzien en tonen de invloed van de mens. De derde route verbindt de lagune met het dorp Pitillas over een afstand van drie kilometer. Hoewel elk jaargetijde geschikt is om dit natuurgebied te bezoeken, is het als u vogels wilt kijken raadzaam om in de winter te gaan. Van maart t/m juni wordt verzocht om een alternatieve route te kiezen, om de vogels en hun kuikens niet te storen. Van de lente tot aan augustus kunt u de elegante vlucht en de rood- en zwartachtige pluimage van de purperreiger bewonderen, en in mei kunt u het diepe geluid van de roerdompen horen. |